Vers aan de Vecht

View Original

Vers aan de Vecht: een kleinschalig collectief met zelfplukkers

Bericht van de tuinders Jantien, Nancy en Michel aan de deelnemende plukkers:

“Sinds ons vorige bericht is er alweer zoveel gebeurd. Er wordt door jullie geoogst! En wat een genot is het om jullie over de tuin te zien struinen. Met kratjes, zakjes en elastiekjes. Soms nog wat onwennig, turend naar de vlaggen, vertwijfeld over hoe groenten precies geoogst moeten worden. Maar toch lijkt het erop dat de meesten zich al snel thuis beginnen te voelen en hun weg weten te vinden. Precies zoals het bedoeld is, wordt het zo steeds meer de tuin van ons allen.

Dat gaat gepaard met veel opgetogenheid. Gisteren nog een groepje kinderen dat van bed naar bed dartelde. ‘Mag ik de sla uit de grond halen?’, ‘Mag ik de peultjes plukken?’, ‘Mag ik de radijsjes afspoelen?’ Wat een vrolijk enthousiasme! Ook al het eerste verhaal over een kind dat niet van spinazie houdt, maar nu hij het zelf had geoogst, het absoluut wilde proeven (en het nog lekker vond ook!) Zo mooi hoe dat werkt. Maar niet alleen voor kinderen gaat er een nieuwe wereld open. Veel verwondering over de snijbiet. ‘Oh, ik dacht dat dat bietjes waren, maar dat is dus helemaal niet zo.’ En: ‘het heeft allemaal verschillende kleurtjes, hoort dat?’ (Ja, dat hoort zo. Dit is snijbiet ‘five colours’, een vrolijk kleurrijke mix.)

Het zal voor velen best wennen zijn dat wij nu bepalen waar je in de keuken mee aan de slag ‘moet’. Binnenkort komt er vast een mooi recepten-deelsysteem. Nu worden er op het veld al heel wat goede ideeën uitgewisseld. Schroom ook zeker niet om te vragen, als je echt geen idee hebt wat je nu weer met je oogst aan moet (aan ons, maar vooral ook aan elkaar!). Samen vinden we voldoende inspiratie.

Voor ons is het op een andere manier nog ‘n beetje zoeken. Wat is het beste moment om de verschillende gewassen te laten oogsten? Wat zijn goede portiegroottes? Hoe snel raken bedden leeg als jullie komen plukken? En hoe zorgen we ervoor dat er de hele week voor iedereen voldoende is, zonder met een enorm overschot achter te blijven? Daar zullen we vast steeds meer feeling voor ontwikkelen.

Dan de teelt van groenten, hoe staat het daarmee? Wij gaan van ‘Oh hemel, wat staat er veel gras!’ naar ‘De gewassen staan er eigenlijk prima bij, het gaat zo gek nog niet’ en weer terug… Deze week konden we gebruikmaken van de handfrees van het volkstuincomplex van Sjoerd. Dat was een geschenk uit de hemel. Waar we normaalgesproken uren bezig zijn om bedden vrij te maken van gras en onkruid, voor we er iets in kunnen planten of zaaien, was dat nu een kwestie van een paar keer heen en weer lopen en de machine het werk laten doen. We voelen ons soms eerder mijnwerkers dan tuinders, voortdurend pollen weghakkend.

We hebben amper nog een schoffel in ons handen gehad. De tuin raakt ondertussen wel steeds voller. We hebben nog opgekweekte veldkomkommers en een tweede lichting bietjes klaarstaan, die deze dagen de grond in gaan. Ook gaan we alvast extra rucola en snijbiet zaaien. Maar dan lijkt het erop dat we komende week zowaar wat tijd hebben om aan gewasverzorging te besteden en bedden van onkruid te ontdoen. We verheugen ons er al op!

Verder is het vooral in de gaten houden hoe alles zich ontwikkelt. En tot nog toe zijn we daar niet ontevreden over. Gewassen gingen sneller schieten dan normaal. Het was even slikken dat we achteraf gezien net iets te lang hadden gewacht met de oogst en de eerste groenten daardoor niet in optima forma aan konden bieden. Maar aan de smaak deed het, aan jullie reacties te horen, gelukkig niet veel af.

De duiven hebben onze kolen ontdekt en hebben zich aardig te goed gedaan aan het blad van de broccoli (vandaar de netten die we eroverheen hebben gehangen). Maar de schade van slakken bleef zeer beperkt. En we kloppen het af, maar we hebben nog geen coloradokever of rups van het koolwitje gezien en weinig zwartebonenluis in de tuinbonen. Wel emelten in de bodem, maar die lijken de gewassen vooralsnog te sparen. Dat alles stemt een tuinder gelukkig.

De kas is inmiddels van opkweekruimte slash opslag omgetoverd tot ‘tropisch’ paradijs, met aubergineplanten, een variatie aan tomaten, minikomkommers, puntpaprika’s, rode pepers. Door de beperkte oppervlakte geen enorme hoeveelheden, maar toch voldoende om in de loop van het seizoen allemaal wat van mee te kunnen snoepen. Ook de basilicum is erg tevreden in de kas. We hebben er al de eerste bosjes van geoogst en aan plukkers meegegeven. Wat een geur kwam daar vanaf! (Voor wie deze gemist heeft, hebben we komende week uiteraard nog een bosje.)

Op het land zien we de bietjes zich vormen, dansen de venkelknollen in de wind, worden de tuinbonen steeds groter en voller en beginnen de aardappelplanten te bloeien (daar willen we dat juist wel!) Genoeg dus om ons op te verheugen!